Terminologie

Een face is een naar buiten gerichte schuine zijde van een bastion, ravelijn, flèche, redan of lunet. (Bron: Stichting Menno van Coehoorn)Lees verder

Een fascine is een bundel takken of rijshout ter bekleding en versteviging van aarden verdedigingswerken. Later werd dit ook toegepast voor het opvullen van geulen. kandelaars, opgevuld met fascines (Bron: Stichting Menno van Coehoorn)Lees verder

Een flank is een zijde van een bastion die een hoek maakt met de aangrenzende courtine. (Bron: Stichting Menno van Coehoorn)Lees verder

Een flankement is vuur dat vanuit verdedigingswerken zijdelings kan worden uitgebracht. Dit is nader te onderscheiden in: groot flankement: flankerend vuur ter bestrijking van het terzijde van een verdedigingswerk gelegen terrein, en bij voorkeur reikend tot vóór en achter het naastliggende verdedigingswerk klein flankement: flankerend vuur op de naaste omgevingLees verder

Een fort is een zelfstandig, gesloten en naar alle zijden verdedigbaar werk. Een fort heeft in de regel geen burgerbevolking. (Bron: Stichting Menno van Coehoorn)Lees verder

Met fortificatie kan worden bedoeld: 1. verzamelnaam voor (permanente) verdedigingswerken 2. het aanleggen van (permanente) verdedigingswerken 3. kennis en kunde voor de bouw van verdedigingswerken (Bron: Stichting Menno van Coehoorn)Lees verder

Een fraisering is een hindernis, veelal op een talud aangebracht, bestaande uit schuin geplaatste aangepunte palen. (Bron: Stichting Menno van Coehoorn)Lees verder

Een Friese ruiter is een verplaatsbare versperring bestaande uit een constructie van houten of stalen balken en voorzien van pinnen of prikkeldraad. Friese ruiters (Bron: Stichting Menno van Coehoorn)Lees verder