Het Beleg van Venlo in 1373 is een van de vele belegeringen die vestingstad Venlo heeft gekend.
Tegen het einde van de 13e eeuw werd Johan van Broeckhuysen als ridder door de graaf van Gelre beleend met het allodium Venlo. Van Broeckhuysen liet rond 1300 een versterkt Steenen Huys aanleggen op de Markt, toen nog Cruys geheten. De ondergrondse gewelven van dat huis bestaan nog steeds, maar in 1597 werd vanaf de begane grond een nieuwe stadhuis gebouwd.
In 1343 kreeg Venlo stadsrechten, en mocht daarom stadsmuren optrekken. De bouw van deze vestingwerken duurde enkele decennia, maar kreeg langzamerhand wel vaste vorm.
In 1373 stierf het regerende huis in Gelre uit, en het hertogdom werd bij Gulik gevoegd. Intussen was ook Johan van Broeckhuysen overleden, maar diens kleinzoon (ook Johan geheten) zag het voormalige allodium van zijn familie niet graag in Gulikse handen vallen. In datzelfde jaar organiseerde hij nog een troepenmacht, sloot zich aan bij Jan II van Blois en nam daarmee deel aan de Eerste Gelderse Successieoorlog.
Het beleg was geen succes, en Venlo bleef dus in Gulikse handen.