Nu aan het laden
×

Botanische tuinen Jochum-Hof

Botanische tuinen Jochum-Hof

Botanische tuinen Jochum Hof is een particuliere hortus botanicus in het kloosterdorp Steyl. Het beheer van de tuin is sinds 2006 ondergebracht bij een stichting die voornamelijk wordt gesubsidieerd door de gemeente Venlo. De tuinen staan sinds 2007 op de gemeentelijke monumentenlijst. Doordat de tuinen een goed overzicht geven van – onder andere – de flora vanaf de oudheid tot nu (vooral de Tiglientuin), kan men de tuinen ook zien als een natuurhistorisch museum.

Geschiedenis

Het oudste deel van de tuinen stamt uit 1799, uit de tijd dat hier landhuis De Rijk stond. In 1889 werd dit landhuis gekocht door de welgestelde pater Arnoldus Janssen, de stichter van het kloosterdorp Steyl. Het oude landhuis werd enkele keren verbouwd en fungeerde tot ver in de twintigste eeuw als onderdak voor de priesteropleiding. In de achtertuin van dit Gezellenhuis startte pater Peter Jochum in 1933 een botanische tuin, ter ondersteuning van het biologieonderwijs op de priesteropleiding. In 1971 werd het werk van Pater Jochum overgenomen door een Stichting, en werd de tuin naar de Pater vernoemd. In 1973 werden de heemtuin en de kruidentuin aangelegd; in 1978 de Tiglientuin.

Over pater Peter Jochum

Pater Jochum werd geboren in 1890 in Schiffweiler, in de Eifel. In 1926 kwam hij naar Steyl om les te geven aan de priesteropleiding. Hij doceerde verschillende vakken, waaronder biologie. Vanaf 1933 begon hij samen met studenten aan de aanleg van de oorspronkleijke botanische tuin. Pater Jochum leefde tot 1979 en is begraven op de begraafplaats van het klooster.

Landhuis De Rijk

Voordat Steyl een kloosterdorp werd, was het een tijd een overslagplaats voor mergel. Vanuit de oude Maashaven van Tegelen, die ten zuiden van de tegenwoordige Jochum Hof lag, werd de mergel vanuit de boot op paardenkarren en later de trein overgeladen. Steyl werd door deze ligging een echt koopmansdorp. Handelslieden vergaarden hier veel geld en lieten riante villa’s bouwen. Een deel van de Jochumhof ligt op het oude landgoed van de koopmansfamilie de Rijk, die hier een goot landhuis lieten bouwen. Het landhuis de Rijk zelf werd gebouwd in 1799, het lag op de plek van de huidige woonwijk Sequoiahof. Dit was het gebouw dat in 1889 werd gekocht door Arnoldus Janssen en verbouwd tot klooster. Het enige dat aan het landhuis herinnert zijn enkele monumentale bomen en de oude wagenschuur.

De tuinen

Tegenwoordig bestaan de botanische tuinen uit een zestal tuinen en een kas, te weten:

  • Tiglientuin
  • Landhuistuin
  • Geurtuin
  • Rotstuin
  • Mediterrane kas
  • Heemtuin
  • Kruidentuin

De Tiglientuin

In 1907 onderzocht het biologen-echtpaar Reid de Tiglien-fossielen uit kleigroeven. Zij vergeleken de planten en bomen uit dat tijdperk met de huidige flora in de wereld. Reid maakte een overzicht van alle plantensoorten die in het Tiglien voorkwamen en nu nog bestaan. Deze lijst van 120 soorten vormde de basis voor de Tiglientuin. Vanuit de hele wereld werden planten en zaden aangevoerd om een plantencollectie uit het Tiglien te vormen. Groot voordeel was dat het klimaat van het Tiglien vergelijkbaar was met het huidige klimaat. Enkele van de soorten die hier te vinden zijn:. winterlinde, pimpernoot, hulst en vleugelnoot.

Tijdens het Tiglien heerste hier een vochtig klimaat en was sprake van een weelderige begroeiing en een bonte verzameling diersoorten. Gezien de ontdekte fossielen moesten rond die tijd hier, naast de verwachte stekelvarkens, paarden en beren onder andere neushoorns, buffels, hyena’s, mammoets en apen de bossen hebben bevolkt. Ook van een grote hertensoort, het Tegels Hert, zijn hier fossielen gevonden.

Vreemd genoeg had niet Tegelen, maar de voormalige gemeente Maasbree, waartoe een ander Venloos stadsdeel Blerick behoorde, een hert in haar vlag en wapen.

In de periode van het Tiglien vormde zich de zogenaamde Tegelse klei. Sinds de Romeinse Tijd wordt deze klei gewonnen voor keramische toepassingen, met name dakpannen. Hoogstwaarschijnlijk komt de oorspronkelijke benaming Tegula (latijn voor dakpan) van deze Romeinen. In Tegelen zijn deze kleilagen zo goed bestudeerd dat het geologische tijdvak naar Tegelen is vernoemd; het Tiglien. Deze Tegelse klei werd 1,5 á 2 miljoen jaar geleden afgezet in een meanderrijk rivierengebied waar nog geen mensen leefden. Ook groeiden er exotischere planten: rubberbomen, Spaanse aak, vleugelnoot en cypressen. Het Tiglien eindigde omdat het klimaat veranderde en het kouder werd. Dat verklaart ook waarom er toen, in hetzelfde klimaat als nu, veel meer exotische planten- en diersoorten leefden. Door de voorliggende warme periode konden deze soorten zich in het gematigde klimaat van dat moment nog steeds handhaven. Door een aantal opeenvolgende koude perioden, inclusief ijstijden, hebben de exotische dieren en planten het hier uiteindelijk niet gered.

De landhuistuin

Dit is het oudste deel van de tuinen. Ooit onderdeel van het landhuis De Rijk, later omgevormd tot tuin van het Sint Michaëlklooster. Sinds deze metamorfose heeft de landhuistuin een andere padenstructuur en wordt ook wel het paterspark genoemd. Dit deel van de tuinen is ommuurd met oude kloostermuren. Er staat een wagenschuur uit het begin van de negentiende eeuw met veel monumentale oude bomen, zoals de reusachtige tulpenboom, de Hollandse linde en een grote witte paardenkastanje.

De oorspronkelijke wagenschuur had een open voorgevel. Vier boogvormige openingen waren bedoeld als stalling voor wagens. In de kloosterperiode maakte de wagenschuur deel uit van het Gezellenhuis en werd het diverse malen ingrijpend verbouwd.

De rotstuin

Hier begon Pater Jochum zijn oorspronkelijke botanische tuin. Met stenen uit de Tegelse kleigroeves en planten uit Zuid-Duitsland en Noord-Italië startte hij de aanleg van een tuin om studenten op de priesteropleiding plantkunde bij te brengen. Later kwamen er ook planten uit andere werelddelen in dit tuingedeelte terecht. De structuur van de tuin is sinds 1934 vrijwel ongewijzigd gebleven. De padenstructuur is hetzelfde gebleven en vrijwel alle bomen en heesters uit die tijd staan er nog, waaronder de storaxboom, dwergmispel, levensboom, bergden, spaanse zilverspar en japanse notenboom.

De mediterrane kas

In 1962 werd de kas, die bij een voormalige boerderij op het landgoed stond, bij de tuin betrokken. De kas was ooit bedoeld voor het kweken van groenten voor het klooster, maar werd later ingericht met tropische en subtropische planten. De overstromingen van 1993 en 1995 hebben de oude plantencollecties vernield en sindsdien is het een mediterrane kas met bijzondere soorten als een grote zuilcactus, bolcactus en succulenten.

De heemtuin

In de heemtuin is een verzameling van vrijwel alle in het Noordlimburgse landschap voorkomende inheemse planten. Ook vinden we hier op een geringe oppervlakte alle typen landschappen die in Noord-Limburg te vinden zijn.

De kruidentuin

Vroeger kweekten kloosters alle groenten én kruiden zelf. De kruidentuin van Jochum Hof is gebaseerd op deze oude klooster-kruidentuinen. De kruidentuin ligt in het oude paterspark., tegenover het oude koetshuis en te midden van de kloostergebouwen, omringd door de oude kloostermuur. Hier zijn onder andere medicinale kruiden, keukenkruiden en verschillende uiensoorten te vinden.

Recente geschiedenis

In 2006 besloten vier ondernemers om de oude Botanische tuinen van Steyl over te nemen van het klooster en weer nieuw leven in te blazen. Op dat moment ging het tuinencomplex gebukt onder een schuldenlast en trok het nog nauwelijks bezoekers. De vier initiatiefnemers schreven een ‘reddingsplan’ en leenden veel geld om dit plan waar te maken. Na 5 maanden verbouwen opende de Jochum Hof opnieuw haar deuren en wordt het onderhouden door een team vrijwilligers uit Steyl, Tegelen, en omgeving.

Zie ook de officiële website.

You cannot copy content of this page