De brouwerij
In 1872 werd aan de voet van het Maasterras de brouwerij Schellens in gebruik genomen, een zogenaamde stoombierbrouwerij waar ondergistend Beiers bier werd gebrouwen. Eigenaar was de in 1870 uit het Duitse Neuss verhuisde Gerard Schellens, waarschijnlijk uit onvrede over het beleid van Otto von Bismarck, die in dat jaar besliste dat overal in Pruisen Duits moest worden gesproken.

De brouwerijcomplexen zijn omvangrijk, voorzien van grote kelders en het benodigde water is van goede kwaliteit. Een schoorsteen van 15,5 meter moest overlast voor omwonenden verminderen, en de brouwerij moest, met uitstel, uiterlijk in december 1873 in gebruik zijn. In februari 1874 levert de brouwerij haar eerste bier af. Twee jaar later stierf Schellens, maar in 1876 nam zijn stiefzoon Martin Merbecks het bedrijf over.

In 1879 verkocht de brouwerij voor het eerst aan afnemers buiten de landsgrenzen, namelijk in België. Drie jaar later echter werd het bedrijf failliet verklaard. Een brouwer uit Schaag bij Breyell nam de brouwerij over en begon met de verkoop van weizenbier. In 1898 moest deze brouwer de zaak echter opgeven, en in datzelfde jaar werd de Actienbrouwerij Klosterbrau opgericht door acht aandeelhouders, waaronder Joseph Diebels van de in Issum gelegen (en nog steeds bestaande) brouwerij Diebels, de bekendste producent van altbier. Deze constructie bleef bestaan tot 1921, toen de brouwerij haar deuren moest sluiten. Intussen is de brouwerij afgebroken.

 

Geef een reactie