Surgeon01Het Chirurgijnsgilde Sint Cosmas Damianus is een voormalig gilde in Venlo. Het was een gilde van heelmeesters, dat in Venlo actief is geweest.

In 1575 werd de Universiteit van Leiden opgericht, waarna in de Nederlanden voor het eerst de mogelijkheid was om een opleiding tot medicus te volgen. Daarvoor volgden de medici een opleiding in Italiaanse steden als Padua en Bologna. Pas vanaf het einde van de achttiende eeuw kon men praktische geneeskunde studeren, voordien was het onderricht beperkt tot de theorie en inwendige geneeskunde. De chirurgijns leerden onder andere de kunst van het aderlaten en het aanleggen van verbanden. Pas na toestemming van stadsbestuur en gilde mochten zij operaties verrichten.

Op 20 november 1671 meldden de chirurgijnen Hans Henrick Meijer, Nicolaes Breughell, Antoine Molanus en Matthijs Kluckers in een brief aan het stadsbestuur dat zij waren toegetreden tot het Constenaersgilde (kunstenaarsgilde). Er was nog geen chirurgijnsgilde waartoe zij konden toetreden, en het Constenaersgilde was klein waardoor de nieuwe leden hun stem konden laten horen. Op 17 oktober 1672 werden zij geaccepteerd door het gilde.

Door wantoestanden binnen het Constenaersgilde en door herhaaldelijk aandringen van de chirurgijns besloot de magistraat in 1709 om een apart chirurgijnsgilde op te richten, met als patroonheiligen Sint Cosmas en Sint Damianus. De geneesheren, die voorheen lid waren van het Constenaersgilde, werden automatisch lid van het nieuwe Chirurgijnsgilde. In de statuten van dit gilde werd bepaald dat de chirurgijns geen medicijnen mochten voorschrijven, wat in die tijd een normale scheiding van rechten was. Een chirurgijn was immers geen doctor, en ook in Venlo werd deze scheiding strikt nageleefd.

Het gilde werd bestuurd door twee gildemeesters, die elk jaar door de gildebroeders werden gekozen op de naamdag van Cosmas en Damianus, te weten 27 september. Ook werden op deze dag eventuele geschillen binnen het gilde geslecht, en werd ter afsluiting een maaltijd genuttigd.

Naast chirurgijns waren ook kappers (barbiers) lid van het chirurgijnsgilde, aangezien zij – net als de chirurgijns – het mes hanteerden. Immers, alleen leden van het chirurgijnsgilde waren hiertoe geoorloofd. De verschillen tussen beide beroepen was in het verleden niet zo groot, en daarom waren dus ook barbiers lid van dit gilde.

(Bron: Buun 2004)

Geef een reactie