Consecratie
De wijding van een kerk of van een bisschop wordt consecratie genoemd in de Nederlandse taal.
Tijdens elke kerkdienst vindt er ook een consecratie plaats:
Dit is het moment in de viering der eucharistie waarop het brood en de wijn veranderen in het Lichaam en Bloed van Christus.
De priester spreekt dan dezelfde woorden die Jezus-Christus uitsprak over brood en wijn in het Cenakel na het Laatste Avondmaal.
De priester buigt zich over de hostie en zegt:
“Hoc est enim Corpus Meum.”
(“Want Dit is Mijn Lichaam.”)
Vervolgens heft hij de hostie op ter aanbidding. Daarna buigt hij zich op dezelfde wijze over de miskelk met wijn en zegt:
“Hic est enim Calix Sanguinis Mei novi et aeterni Testamenti (mysterium Fidei) qui pro vobis et pro multis effundetur in remissionem peccatorum.”
(“Want Dit is de Kelk van Mijn Bloed, van het Nieuwe- en Altijddurende Verbond, (Mysterie van het Geloof) dat voor u en velen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.”)
De priester die het Misoffer voltrekt, toont na de consecratie achtereenvolgens de Hostie en de Kelk aan de gelovigen en maakt vervolgens een kniebuiging.
Tijdens de consecratie dienen de gelovigen te knielen, of, wanneer dit niet mogelijk is, te staan, als uitdrukking van eerbied en aanbidding.