Nu aan het laden
×

De Munt

De Munt

De Munt is een kasteel in Tegelen.

Ontstaansgeschiedenis

In de vroege middeleeuwen werd door het Frankische Rijk een momboir, ofwel voogd, aangesteld voor de Mulgouw, destijds de naam voor het gebied tussen de Maas en de Rijn, waarin o.a. de plaatsen Tegelen en Belfeld lagen. Degene die het momberschap (de voogdij) uitoefende werd de momber genoemd. Deze momber bestuurde de streek namens de Frankische koningen. Het momberschap werd verlatijnst tot mundebordium of mundium. De burcht waarin de momber woonde werd ook Mundium, en later Munt genoemd. Het kasteel lag op een verhoogde heuvel, een zogenaamde motte, en was door grachten omgeven. De Munt was een bestuursgebouw; bij het kasteel lag de Bongertshof, het gebouw waar de heren van Tegelen woonden.

Heerlijkheid De Munt

Na de deling van het Frankische Rijk in de 9e eeuw werden de bestuurders in Tegelen rond het jaar 900 zelfstandige heren in plaats van beheerders en werd de Munt een heerlijkheid. Deze Tegelse heren waren verwant aan de graven van Gulik en Kessel, en dus van oude Frankische adel. In hun familiewapen staat dan ook de leeuw van Gulik, naast Sint Martinus, de beschermheilige van Tegelen.

Gulik

Rond 1330 werd Tegelen deel van het vorstendom Gulik. Vanaf die tijd werd Tegelen bestuurd vanuit Brüggen en was het gedaan met de macht van kasteel de Munt. Het kasteel en de Bongertshof werden nog een tijd bewoond, in 1550 door Gerard van Holtmeulen en eind 17e eeuw door Baron van Wevelickhoven. De Bongertshof was in die tijd ook bekend onder de namen Bongaertshoff en de Bongart, de huidige Bongerdstraat en Bongerdflat verwijzen hier nog naar. In de 17e eeuw brandde het kasteel uit, waarna het verviel tot een ruïne.

Huidige gebouwen

De huidige gebouwen van de Bongertshof zijn van 1697, een bakstenen kasteelboerderij met zadeldak met gezwenkte gevels, waartegen in de in 1733 door Baron van Wevelickhoven een woonvleugel met mansardedak werd opgetrokken. In 1831 kwam de Munt in bezit van de Venlose familie de Lom de Berg. Zij lieten de motte rond 1860 afgraven, maar de waterput heeft er nog een jaar of vijftien gestaan. Omdat de kunstmatige heuvel waarop de put lag was afgegraven, leek de put net een fabrieksschoorsteen. In 1875 werd de Munt verkocht aan de Duitse zusters Benedictinessen van het Heilige Sacrament, die hun klooster in Viersen moesten verlaten als gevolg van de Kulturkampf. De Lom de Berg bouwde voor zichzelf achter de Munt een landhuis, dat de Nieuwe Munt werd genoemd en in 1889 aan de Zusters van Onze Lieve Vrouw werd verkocht (St. Juliaklooster). Delen van de buitengrachten hebben tot in de 20e eeuw bestaan. De tegenwoordige Muntstraat, Broeklaan en Kerkhoflaan liggen op de plaats van de oude grachten.

 

Priorij Nazareth

Het huidige gebouw Priorij Nazareth (in de volksmond “De Oude Munt” genoemd) bestaat uit de 17e-eeuwse bakstenen kasteelboerderij en de 18e-eeuwse woonvleugel. In 1876 werd een uitbreiding gerealiseerd aan de zuidwestzijde. Het klooster werd in 1882 verder uitgebreid met een kerk en een oostvleugel, in 1890 met een westvleugel en in 1900 met een toren en een ommuring. In 1934-1935 volgde nog een uitbreiding. Het gebouw ligt ten zuiden van de plaats waar het oorspronkelijke kasteel stond.

 

Huidige bebouwing De Munt, buitenzijde

 

Status: Rijksmonument

You cannot copy content of this page