Dikke Toren
De Dikke Toren was een van de vijfentwintig verdedigingstorens in de vestingwerken van Venlo.
De Dikke Toren lag, samen met de Witte Toren, aan de Maas, ter hoogte van de Maaspoort. Daar was een goede verdediging van de vestingstad nodig, omdat aan de lager gelegen werf dagelijks grote hoeveelheden textiel werden aangevoerd voor de lakenhal, met daarnaast een verscheidenheid aan andere goederen. Venlo was als enige grote plaats aan de Maas nabij Geldern namelijk een belangrijke stapelplaats voor Opper-Gelre.
Aangezien de stad vanaf het water wel goed bereikbaar moest blijven, maar ook goed verdedigbaar, is op deze plek gekozen voor een ingewikkelde vestingstructuur. Op dezelfde hoogte lag, centraal in de stad gelegen, het stadhuis, welke van alle zijden goed beschermd moest kunnen worden. Daartoe werd op het eiland de Weerd een couvre-face aangelegd. Aan de noordzijde langs de haven lag ’t Bat met daarboven het Steenen Bolwerck. Daar tussenin lag de Maaspoort, een constructie van twee dubbele poortgebouwen met de ingang naar het noordwesten gedraaid. Ter bescherming van deze poortgebouwen werden zowel de Dikke Toren als de Witte Toren, naar buiten uitstekend, in de vestingmuur gebouwd.
De Witte toren deed dienst als kantoor en woning van de westelijke poortcommandant. De naastgelegen Dikke Toren werd gebruikt als gevangenis. Naast de Dikke Toren was een poterne met daarboven een kleine opslagplaats die gebruikt werd als kruitmagazijn. Vanuit de stad kon men via de poterne naar de lager gelegen zuidelijke werf aan de haven.
(Bronnen: Frans Hermans: Historische stedenatlas van Nederland deel 6: Venlo, Gemeentearchief Venlo)