De Fellenoordtoren was een van de vijfentwintig verdedigingstorens in de vestingwerken van Venlo.
De vermoedelijke herkomst van de naam Fellenoord kan gezocht worden in de bedrijvigheid in de directe omgeving. Volgens de Historische stedenatlas van Frans Hermans waren er namelijk schoenmakers en leerlooiers nabij de toren gevestigd. De huiden of vellen (Fellen) werden dus in het Vellen-oord bewerkt.
De toren bevond zich aan de noordoostelijke zijde van de stadsmuur, in de directe nabijheid van de Prinsenhof. De precieze plek is niet overgeleverd, maar waarschijnlijk is in 1929 op diezelfde plek de Gemeentespaarbank gebouwd, schuin bezijdens de Loohof.
De Fellenoordtoren was een brede, ronde toren, met een diameter van circa vijftien meter. Deze omvang maakte de toren uitermate geschikt als gevangenis. Vooral de beter bedeelde Venlonaren kwamen na een vergrijp in deze toren terecht. Saillant detail is, volgens de bewaard gebleven geschriften, dat de toren aan drie zijden dicht was. Enkel aan de westzijde waren kleine ramen, waardoor de gevangenen uitzicht hadden op de Prinsenhof. Vermoedelijk was de achterliggende reden dat de gevangenen zo een glimp konden opvangen van het leven dat zij moesten missen.
(Bronnen: Frans hermans: Historische stedenatlas van Nederland deel 6: Venlo, Gemeentearchief Venlo)
Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.