De fontein in het Wilhelminapark is een vroeg-20e eeuwse bronzen fontein, gelegen in een sleutelgatvormige vijver.
Het park is aangelegd na 1870 aan de noordwestzijde van het centrum, toen de vestingwerken werden gesloopt. Gelijk na de sloop ontwierp de stedebouwkundige Frits van Gendt een nieuwe wijk aan deze zijde van de binnenstad, waar voorheen het Fort Ginkel had gestaan.
Onderdeel van het Plan Van Gendt was een villapark. Zowel architect Johannes Kayser als tuinarchitect L.R. Rosseels uit Leuven werden in 1888 bij het plan betrokken. Kayser voor de villa’s en Rosseels voor het park. Zowel villa’s als park moesten het uiterlijk krijgen dat gebaseerd was op de Victoriaanse architectuur.
In het villapark (zoals het toen nog heette) verrezen uiteindelijk enkele villa’s met namen als: Goltzius (1893), Puteanus (1893), Sophia (1897), Wilhelmina (1898) en Hermine (1900). Tussen 1909 en 1933 werden nog elf enkele en twee dubbele villa’s gebouwd. Het villapark kreeg daarna pas de naam Wilhelminapark.
In de sleutelgatvormige parkvijver ligt een monumentale fontein. Deze fontein stamt uit 1921 en is ontworpen door Michel de Klerk in de stijl van de Amsterdamse School. Daarvoor heeft er een uit 1892 stammende rotsfontein gestaan. De fontein is opgedragen aan de toenmalige burgemeester Hermanus van Rijn, met de tekst “Aan burgemeester Van Rijn, 1921, door de Venlosche Burgerij”. Op de fontein prijken verder beelden van Hildo Krop.
Status: Rijksmonument