Fort Sint-Michiel
Fort Sint-Michiel is een voormalig fort gelegen in Venlo en is genoemd naar de aartsengel Michaël, die in het hoofdstuk Openbaringen van de bijbel oorlog voert tegen Satan en beschermer is van het vrome Israël. De bouw van Fort Sint-Michiel startte in 1641 op Michielsdag, 29 september.
Geschiedenis
Rond 1450 was er al een verdedigingswerk op de westelijke Maasoever, achter veerhuis De Staay, op de plek van de huidige kazerne. Dit was destijds nog een houten palissade. Rond Venlo werd een gordel van bolwerken en grachten aangelegd. De soldaten waren toen veelal bij de burgerij ingekwartierd.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog deed Willem van Oranje in 1572 als eerste een poging de stad Venlo te veroveren op Filips II van Spanje, maar deze poging mislukte. In 1597 deed diens zoon, Maurits, op 12-jarige leeftijd opnieuw een poging. Dit keer lukte het wel en werd Venlo ingenomen.
In 1585 werd op de westelijke Maasoever een hoornwerk aangelegd. Dit hoornwerk, bestaande uit een schans met wachthuis, deed het jaar daarop dienst als uitvalsbasis bij de belegering door Alexander Farnese, hertog van Parma in dienst van de koning van Spanje. In juni 1586 was Venlo weer in Spaanse handen.
In 1632 veroverde prins Frederik Hendrik (de Stedendwinger), tijdens de Tachtigjarige Oorlog, Venlo op de Spanjaarden. In 1637 verloor hij de stad, na een lange en zware belegering, weer aan dezelfde Spanjaarden. Deze Spanjaarden wilden de stad beter kunnen verdedigen. Hoewel er sinds de zestiende eeuw al een aardige verdedigingsstructuur aan de Maaszijde bestond, het Steenen Bolwerck, werd toch besloten om aan de overzijde van de Maas een fort te bouwen. In 1646 deed Frederik Hendrik een poging om het fort en de stad Venlo wederom in handen te krijgen. Doordat het fort intussen al gereed was (in 1644 werd het volledig functioneel in gebruik genomen) mislukte deze poging.
Toen Venlo in de 18e eeuw bij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd gevoegd, werden drie nieuwe forten rond de stad gebouwd: Fort Ginkel (voor de Gelderse Poort), Fort Beerendonck (bij de Martinuskerk) en Fort Keulen (voor de Keulse Poort). De veertiende-eeuwse Tegelpoort, die aansloot op de Jodenstraat, werd vervangen door de Roermondsepoort bij de Vleesstraat. De staat bouwde daarnaast belangrijke militaire gebouwen in de binnenstad: het Arsenaal, twee kruitmagazijnen – naast de Martinuskerk en op het Helschriksel – en twee grote kazerneringsgebouwen (het Grote Blok en Kleine Blok) bij de Roermondsepoort. De bouw van beide kazernes verlichtte de druk die het garnizoen op de stad legde. Veel burgers werden verlost van de inkwartiering.
Uit de achttiende eeuw dateren enkele rapporten die zich negatief uitlaten over de kwaliteit van Fort Sint-Michiel. Het fort lag te ver van de Maas, was daardoor relatief eenvoudig door de vijand in te nemen, waarna het juist als uitvalsbasis tegen de stad kon worden gebruikt. Daarom werd in 1831 tussen Fort Sint-Michiel en de Maas het aarden Fort Leopold aangelegd.
Naar schatting een kwart van de stad werd in beslag genomen door de militairen, terwijl Venlo toch al overbevolkt was. De stadsmuren knelden, bouwen buiten de stad was om militair-strategische redenen verboden. Dit leidde tot onverantwoorde toestanden op het gebied van huisvesting en hygiëne. In vrijwel alle huizen woonden meerdere gezinnen. Verontreinigende bedrijfjes stonden gewoon naast woonhuizen. Riolering en waterleiding waren nog onbekend. Vooral rond de Jodenstraat en ’t Hetje heersten ernstige wantoestanden.
Ontmanteling
In 1867 werd Venlo verlost van de vestingstatus. De vestingwerken werden snel afgebroken. Alleen aan de Maas (De Luif) en in de kloostertuin Mariaweide bleven delen van de stadsmuur overeind. In opdracht van het Rijk ontwierp ir. Van Gendt een plan voor nieuwe straten rond de oude stad. Het Rijk eiste wel dat de minderbroederskazerne in gebruik bleef, waarmee de binnenstad zelf voorlopig niet werd verlost van de militairen. Pas in 1909 bereikten gemeente en Rijk een akkoord over sluiting van de kazerne. De gemeente kreeg de kazerne en gaf het Rijk in ruil daarvoor de gronden van het vroegere Fort Sint-Michiel. Het oude klooster (behalve de kerk, de huidige Jongerenkerk) en de overige kazernegebouwen werden gesloopt.
Op de plek van Fort Sint-Michiel werd tussen 1910-1913 de Frederik Hendrikkazerne gebouwd: een omvangrijk complex met onder andere vier legeringsgebouwen, een wachtgebouw, exercitieloodsen, een scherm- en gymnastieklokaal, privaatgebouwen, wapenmagazijnen, stallen en een hospitaal. In november 1913 werd het complex geopend. Vanaf het begin was er een infanterie-eenheid in gehuisvest; vanaf 1947 ook het district Venlo van de marechaussee. Na de Tweede Wereldoorlog werd op de kazerne een militaire rijschool gevestigd. Nu ook die vertrokken is, komt er definitief een einde aan de eeuwenlange militaire aanwezigheid in de Maasstad.
Toekomst
De gemeente Venlo heeft intussen het terrein aangekocht en heeft, met als projectnaam MFC De Kazerne, een plan ontwikkeld voor herinrichting van vrijwel het hele kazerneterrein. Onder andere een nieuw voetbalstadion moet op het terrein verrijzen. Ook de marechaussee is intussen van het terrein verdwenen en in het pand aan de rand van het terrein dat zij achterlaat wordt een re-integratiebureau gevestigd.
Op 10 november 2010 heeft de gemeente Venlo kenbaar gemaakt, dat er delen van het oude Fort Sint-Michiel zijn blootgelegd, welke in goede staat verkeerden. Dat dit een historische ontdekking betreft lijdt geen twijfel. Momenteel wil de gemeente zich beraden over wat zij met deze restanten wil gaan doen. Begin 2011 zal dan vervolgens de verdere invulling van dit terrein bekend worden gemaakt
De restanten gelden als uniek voor Nederland, omdat dit een van de weinige door de Spanjaarden gebouwde forten betreft op Nederlandse bodem. Vooral de gaafheid speelt daarbij een grote rol. Het unieke ligt volgens een archeologisch rapport juist in de zo compleet bewaarde gaafheid.
Op 13 augustus 2011 is er een actiegroep opgericht, die als inzet behoud van het fort voorstaat. Een interview met een van de initiatiefnemers door de lokale krant werd vrijwel direct overgenomen door landelijke media. De actiegroep wil bereiken dat de gemeente de plannen aanpast en het fort voor publiek toegankelijk maakt, naar voorbeeld van Bourtange en Naarden.