Giel Aerts

Giel Aerts (Venlo, 14 februari 1917) is vooral bekend als componist van Venlose carnavalsliedjes.

Aerts schreef de muziek voor meer dan honderd carnavalsschlagers. Hij werkte samen met de tekstdichters Koos Timp, Ad Pollux en Frans Boermans. Met Timp maakte hij onder meer de klassieker ‘Vastelaovend in Venlo’ en ‘Stina doot de deur aop’. De combinatie Aerts-Pollux tekende onder meer voor ‘Venlo am Rhein’ en ‘Doën beejein’. Het duo Boermans en Aerts, ontstaan nadat Boermans’ vaste kompaan Thuur Luxembourg afhaakte, schreef onder meer ‘De Joeks-tam-tam’, ‘De waore leefde’ en ‘Ome Wielie’. Drie keer werd een lied van het tweetal uitgeroepen tot beste van Limburg. In 1988 was dat ‘Minse wie weej’, in 1989 ‘De Knappe(rikke)’ en in 1992 ‘Waat hebbe we ’t toch good’.

Aerts was verder in jaren veertig en vijftig lid van het showorkest ‘De Notenkrakers’. Dit tienmans dansorkest, waarvan onder anderen ook Wim Maas en Peter van Hoorik deel uitmaakten, speelde vaak in de inmiddels verdwenen zaal ‘Parkpalace’ aan de Parkstraat. In de beginjaren van hun bestaan fungeerden de ‘Notenkrakers’ tevens als begeleidingsorkest bij de revues van Sef Cornet. Voor de revues ‘Waat ennen Tiêd’, ‘Stel og ens veur’ en ‘Huzareslaaj’, die in de jaren tachtig werden opgevoerd, leverde Aerts muzikale bijdragen. Hij schreef onder meer de muziek voor het lied ‘Ik höf mien glaas op alle Venlonaere’.

Bron: Venloclopedie