Huurvaardersgilde
Zo’n 40 huurvaarders hadden zich in Venlo verzameld in de “Broderschap van den Hellyghen Geist”. Zij waren als stuurlui en schippersknechten in dienst van de schippers. Er gold een verplichting om lid te zijn van het betreffende gilde om het recht op het uitoefenen van het vak te genieten. Onderstaande acte geeft een inkijk hoe de gildebroeders afspraken maken over bijdrages aan het gilde.
-
Op dato des 23 october 1686 soo hebbe / van emsamelicke gijldebroeders / met bewillige van het ganse gijldt / gestelt op eijder reijs die een / huervaduer naar Dordt doet dat hij / van die reijs sal geven eener blanijser (blamuijser) / het seij ofte hij maer tot Moock ofte / tot de Graff vooer sal also veel / geven als die gene die naer Dordt varen.
-
Aengaende voor die gene die naer/ boven varen het seij tot Luijck ofte tot / Maseijck ofte het gene dat boven Maseijck / is sal al soo veel geven al of sij tot Luijck voeren.
-
Aengaende van het mertschyep / soo sullen die gene die daer in erbeijen / schuld zin aen het gyldt te geven van / eder mardtschijp te geven een blanijser.
-
Aengaende dije gene dije in enige / schyepen gaan erbeijen in enig schyepen / dije vracht in hebben sullen geven / van den gulden enen stuij.
-
Dit boven gemelte geldt dat van die / reijse compt woordt ingeploijert / tot onderhoudt en reperaseij van het / gyldt en mede tot onderhoudt voor den behostijgen.
-
Ist bij aldien dat daer ijemandt is / dije seijn reijs geldt ofte den blanijser / luet en geft daer op bevonde woort / sal gebruckt worden op een / halfton bijers aldus gepaseert in / presenseij van dese naervolgende getuijgen:
-
Geert van Aerssen, Goosch Jansen, Gijsbert Gisbertse, Merten Bolwater, Truetyer Bolwater, Leben Kempener, det ijs merck van Anton Lammen.
-
op de volgende pagina tekenen de gildebroeders: Merten Berckens, Peter Daemmen, Peter Kemperner, Hubert Bihet, Korff Telem, Dijt Jishet, merck van Denus Hempetiers, Lambert Damen, Daem Daemen, Gerrijt Gerrijtsen, Hermen Lijnnae, IJan Oly, Hendrik Bochts, Guerdt Kouten, Tomas Burskens, Derick Tammarijn, Jan Hammen, IJohanijs Teneol, Henderick van Kessel; Aelnal van Aerssen.
Met het beroep huurvaarder werden oorsponkelijk individuen vereenzelvigd die zich ‘verhuurden’ ten behoeve van transporten over de Maas. We treffen ze vooral aan in Luik en Roermond, van waaruit ze hun werk deden. Huurvaarders traden vooral op als loods (denk eraan dat de Maas vóór de kanalisatie zeer grillig was), schippersknecht of houtvlotter.
Houttransporten op de Maas worden al genoemd in de vroege middeleeuwen. Vanuit de Ardennen werden grote hoeveelheden hout afgevoerd en de huurvaarders speelden hierbij een cruciale rol. In de late middeleeuwen waren de huurvaarders in Venlo ‘ein besunder gildt wesende und nit under den schieperen gehoerende ‘(1583). Een lijst van 28 mei 1593 noemt alle Roermondse huurvaarders die op dat moment lid waren van het gilde, dat bestond uit 7 rotten (buurtschappen) van elk 10 personen.
In tegenstelling tot de schippers beschikten de huurvaarders aanvankelijk niet over een eigen schip. Hierin kwam pas in de loop van de 17e en 18e eeuw verandering. Door maatschappelijke en economische omstandigheden kozen steeds meer grootschippers, die eerder met een eigen schip en koopwaar de Maas bevoeren, toen voor een vast verblijf in de stad om zich daar volledig toe te leggen op het koopmanschap. Zodoende verdween deze groep grotendeels, degenen die overbleven werden huurvaarder ‘nieuwe stijl’. Met behulp van eigen schepen namen deze latere huurvaarders vanaf die tijd het vervoer van de koopwaar voor hun rekening. Vanaf het begin van de 18e eeuw speelden de houtvlotten op de Maas geen rol van betekenis meer.
Verstuur reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.