IJzergieterij Hekkens is een monumentaal pand in Tegelen.
In 1888 ontving Lambert Hekkens van de gemeente Tegelen toestemming ‘een ijzer- en metaalgieterij te mogen plaatsen door stoom bewogen’. De opening van het bedrijf aan de Hoogstraat-Veldstraat, destijds de tweede gieterij van Tegelen, vond plaats op 1 juni van dat jaar. Hekkens begon samen met zijn zwager Thijssen in een eenvoudige fabriekshal van 7 bij 18 meter, met aan de achterzijde een smeltoven die met hout werd aangemaakt en met cokes werd gestookt. De productie bestond in hoofdzaak uit kachelroosters, vuurpotten, roosterstaven voor stoomketels en wagenassen. Tussen 1894 en 1904 kwamen de eerste uitbreidingen tot stand. In 1911 gingen de beide firmanten elk hun eigen weg, waardoor twee afzonderlijke gieterijen ontstonden: de Eerste Nederlandsche Roosterstavenfabriek L. Hekkens en Zonen en de NV IJzergieterij Thijssen. In 1920 werd de fabriek van Hekkens vergroot met een nieuwe hal met sheddaken. Verdere expansies volgden in de periode 1925-1939 en in de naoorlogse jaren. In 1933 wijzigde de bedrijfsnaam in Hekkens IJzergieterijen NV Tegelen.
Aan de bedrijfsvoering kwam in 1998 na 110 jaar een einde. De fabrieksgebouwen werden in 2002 gesloopt. De fabrikantenvilla’s van de voormalige compagnons Hekkens en Thijssen uit 1905 aan de Venloseweg 2 en 4, het kantoorgebouw annex opzichterwoning aan de Hoogstraat uit 1919 (architect Lambert Noten) en het kantoorgebouw aan de Grotestraat uit 1950 (architect Ben Hendrix) bleven bewaard.
Het kantoorgebouw is uitgevoerd in een expressionistische stijl, beïnvloed door de wederopbouw. Het pand is gebouwd in 1950 naar een ontwerp van de Venlose architect Ben Hendrix.
Kantoorgebouw in één bouwlaag met gedeeltelijke souterrainverdieping op een in hoofdvorm langgerekte plattegrond. Het grondplan is symmetrisch opgebouwd vanuit de façade en aan de achterzijde aangepast aan de kavelvorm, in een gecombineerde opzet van rechte lijnen, ovale vormen en concave principes. Platte afdekking met mastiek gedekt. Uitgebouwde betonnen luifel aan de achterzijde. Voorgevel in okergele verblendsteen. Plint in genuanceerde roodbruine baksteen, achtergevel en blinde zijgevels in rode baksteen. Betonnen banden en overstekken. Stalen deuren en vensterkozijnen. Gemetselde en betongranito dorpels. Zinken hemelwaterafvoeren met watervergaarbakken.
De voorgevel is symmetrisch ingedeeld. Terugliggend gevelvlak in metselmozaïek met diepliggende voegen. Centrale ingangspartij met stalen deur en koperen rozetten, met aan weerszijden convexe veelruits stalen vensterpartijen als onderdeel van de ovale, achterliggende directievertrekken. Gemetselde bloembakken onder de vensters met convexe gevelbeëindiging in de hoeken. Het geheel onder een betonnen overstek die wordt gedragen door vier ronde kolommen. Daarboven een gemetselde opzetgevel in kettingverband met gestileerde smeedijzeren naamsaanduiding ‘Hekkens IJzergieterijen NV’ en twee vlaggenstokhouders. Links naast de hoofdingang een koperen plaat met bedrijfsnaamaanduiding, rechts een zorgvuldig vormgegeven brievenbusopening.
De asymmetrische achtergevel in kruisverband wordt gedomineerd door de overhoeks geplaatste ingang met sterk overkragende betonnen luifel. Deze gebogen luifel wordt gedragen door een betonnen kolom op een gemetselde ronde voet in staand verband, als onderdeel van de trapopgang. Tweeledig, verspringend gevelvlak. In het linkervlak twee liggende veelruits stalen vensters met openslaande vleugels en bovenlichten, gescheiden door een betonnen kolom. Daarboven een betonnen latei. In het rechtervlak twee staande stalen vensters, qua vorm en uitvoering identiek aan de vensters aan de linkerzijde. Daaronder via een gemetselde trap de ingang naar het souterrain met houten toegangsdeur. In de afgeronde hoek van het linkervlak, onder de luifel en links naast de ingang, een ingemetselde koperen plaquette met de tekst: Eerste steen gelegd door André Gubbels Tegelen 1.7.1950.
Inwendig wordt de overgang tussen de representatieve vertrekken en de functionele werkkamers en dienstruimten door middel van geknikte gangen benadrukt, evenals het contrast tussen gesloten en transparante wanden. De representatieve ruimten aan de zijde van de Grotestraat (privé-kantoor en vergaderzaal) zijn ovaal van vorm. Voor beide vertrekken zijn de gebogen vormen maatgevend. De interieurafwerking (lambriseringen, kasten, houten muurstijlen, halfronde wandnissen) getuigt van een hoge graad van ambachtelijkheid en werd uitgevoerd door de firma Jos Zanders uit Venlo, naar ontwerp van architect Ben Hendrix. Aan de linkerzijde een gemetselde, van oorsprong gasgestookte haard met gecanneleerde boezem in stuc. Stucplafonds met sieromlijsting. In de directiekamer eiken parket in ruitmotief met zwarte biezen. Opmerkelijk is de met zorg uitgevoerde houten deur, die inwendig de gebogen vorm van de ruimte volgt. De vestibule en de aanpalende gangen bevatten in patroon gelegde zwarte en grijs gemarmerde vloertegels met zwarte plint. De geknikte gang met lichtkoepel links van de centrale as heeft een concave beëindiging; rechts hiervan twee spreekkamers, links de sanitaire ruimten en de toegang tot de kelder. De gang rechts van de as leidt naar twee voormalige kantoorruimten met vier lichtkoepels en transparante binnenpuien van hout en glas. Hier bevindt zich tevens de kluis.
Status: gemeentelijk monument