De Jodenstraat is een van de oudste straten in de Venlose binnenstad, gelegen in het kwadrant Klein Italië.
Venlo was, samen met Amsterdam, een van de eerste Nederlandse steden die onderdak boden aan Joden. Halverwege de veertiende eeuw (getuige een uit 1350 daterend, opgegraven mikwe) kwamen de eerste Joden naar de handelsstad Venlo, die toen een economische bloei doormaakte. Er werd in die tijd al melding gemaakt van een Jodenstraat, die in de volksmond ‘t Hetje werd genoemd. Deze straat bestaat nu nog steeds.
Uit archieven is bekend, dat aan het begin van de vijftiende eeuw enkele joden in de stad geld uitleenden aan stadsgenoten tegen rente of onderpand. Hieruit blijkt dat in die tijd een voorloper van de Bank van Lening in Joods bezit was. Toen de economische toestand in Venlo vanaf de jaren zestig van de vijftiende eeuw verslechterde, vertrokken de Joden uit Venlo.
Bijna een eeuw later, in 1544, kregen drie joden toestemming zich met hun gezinnen in Venlo te vestigen en er wederom een Bank van Lening te beheren. Het werd hen eveneens toegestaan om ritueel te slachten en om een Joodse begraafplaats aan te leggen. Na twee jaar werden deze vergunningen echter weer ingetrokken.
In het begin van de negentiende eeuw vestigden zich opnieuw Joden in Venlo, voornamelijk vanuit Duitsland. Het duurde echter tot 1828 voor er een autonome Joodse gemeente was in Venlo.