De Kockerse is een voormalig dubbele boerderij in het dorp Boekend, dat bij stadsdeel Blerick hoort.

De naam Kockerse is waarschijnlijk afgeleid van een familienaam of bijnaam. In feite dragen de nazaten van de naamgever nog steeds de bijnaam Kockerse.

De namen Voorste Kockerse en Achterste Kockerse worden voor het eerst genoemd in een uit 1459 daterende rekening van het Land van Kessel, als bezit van Brant van Brede. Waarschijnlijk gaat de geschiedenis van de boerderijen zelfs terug tot 1369, als bezit van een heer met de naam Zeetse van Brede. De Voorste Kockerse raakte, vooral door de Tweede Wereldoorlog, steeds meer in verval, totdat deze in 1954 werd gesloopt. De Achterste Kockerse bestaat nog steeds. Bovendien geniet deze boerderij sinds 2004 monumentale bescherming als gemeentelijk monument. Voor de huidige boerderij staan een aantal eeuwenoude kastanjebomen.

In feite ligt de boerderij in het buitengebied van de buurtschap Boekend, op de weg naar ‘t Rooth. Aangezien de Voorste Kockerse aan de weg lag, ligt de nu nog bestaande Achterste Kockerse een stuk van de weg af.

De Jonge Wacht was de katholieke tegenhanger van de padvinderij, bedoeld voor jongeren tot 17 jaar. Tegenwoordig zijn deze beide organisaties opgegaan in de moderne scouting. De katholieke padvinders in Venlo hadden tot de Tweede Wereldoorlog drie van deze Jonge Wachten: de Martinusparochie voor stadsdeel Venlo, de Annaparochie voor stadsdeel Venlo-Zuid en de Lambertusparochie voor stadsdeel Blerick. Hoewel Blerick toen nog niet bij Venlo hoorde, was dat wel het geval voor het decanaat. De Martinusparochie hield huis in het pand Ons Huis aan de noordgrens van de binnenstad; de Annaparochie had een blokhut bij de Wylrehof tot haar beschikking en de Lambertusparochie vermoedelijk in een blokhut in de buurt van de Brookerhof. Later, in 1938, richtte rector Crasborn een Boekender Jonge Wacht op, welke gebruik maakte van blokhutten bij de Kockerse.

Status: gemeentelijk monument (Achterste Kockerse)

Geef een reactie