De Lichtenbergtoren was een van de vijfentwintig torens in de vestingwerken van Venlo. De toren lag op de noordwestelijke hoek, op het snijpunt van de noordwal met de Maaswal.

Volgens volksverhalen zou Valuas, nadat hij in het Teutoburgerwoud is verslagen door de Chamaven, in Zuidelijke richting zijn gevlucht. Eenmaal aangekomen bij de Maas liet hij op een heuvel hutten bouwen en een burcht, die hij Venloë noemde, wat zoveel betekent als hoogte in het moeras. Ook liet hij bij die burcht en hutten een kampvuur aanleggen tegen het vallen van de nacht. De combinatie licht en berg is dan al snel gemaakt.

Op diezelfde vermeende plek verrees tussen 1340 en 1345 het snijpunt van de twee stadsmuren met daarboven een toren. Logischerwijs kreeg die de naam Lichtenbergtoren. Het geschut dat hier vanaf 1600 stond werd “den Roden Hondt” genoemd.

Aan de buitenzijde van de noordwal stroomde de Helbeek, als verlengde van de Rijnbeek, in de Maas. Doordat de Maas steevast lager lag dan deze monding, maakte het water een bruisend geluid. In het Venloos heet dit broéze. De gaper bij de monding werd in het Venloos Broézer genoemd.

Sinds de Middeleeuwen ligt in de wijk Q4 een straat die destijds de Straat naar de Lichtenberg heette. In modern Nederlands heet het de Lichtenbergstraat. Na de slechting van de vestingwerken bleef deze straatnaam bestaan. Ook de Broézer komt terug als de volledige naam van een café op die plek, dat tot de jaren negentig heeft bestaan.

 

(Bronnen: Frans Hermans: Historische stedenatlas van Nederland deel 6: Venlo, Gemeentearchief Venlo)

Comments are closed, but trackbacks and pingbacks are open.