Nu aan het laden
×

Meelderbroek

Meelderbroek

Het Meelderbroek is een buurtschap in zowel Belfeld als Beesel.

Etymologie

Mogelijk is de naam afkomstig van de aanwezigheid van een valkensoort, smelleken of meerle genaamd. Een andere verklaring zou kunnen komen van het beroep van molenaar, destijds mulder of meelder genoemd. De suffix broe(c)k verwijst daarbij naar een moerassig gebied.

Ontstaansgeschiedenis

In de middeleeuwen was dit een gebied met voornamelijk heidevelden en moerassen, veroorzaakt door grond- en regenwater dat vanuit het Duitse Maasterras stiet op een ondoorlaatbare kleilaag in Belfeld en Beesel.

Het vroegst bekende document dat melding maakt van het Merlebroick dateert uit de 14e eeuw, waarin hertog Willem van Gelre aan Heijnken Tilmanssoen van Eyle en Willem Gysensoen van Bollefelt en hun erfgenamen toestemming gaf om een weg aan te leggen vanaf de amer of loswal in Belfeld naar Malbeck. Daarna wordt de Merlenbroeck vermeld in 1456, als de bezittingen van Sibert van Kessel, leenman van de inmiddels verdwenen Grote Hoeve worden omschreven als tussen de hoeve en de omliggende moerassen, met daarbij behorende jachtgebieden. Deze jachtgebieden behoorden waarschijnlijk tot het Land van Kessel.

Pas in de 17e eeuw worden in het gebied huisjes gebouwd voor de arbeiders die een begin maken aan de ontginning van het gebied. De Tranchotkaart van 1815 toont een Merle Broek met een wirwar van wegen. Rond 1835 is veel van de heidegrond veranderd in akkerland en bos.

In de 19e eeuw werd de heide veelvuldig gebruikt als oefenterrein van de Huzaren van Venlo.

Landschap

Tegenwoordig kenmerkt het Meelderbroek zich door de landelijke uitstraling. Er komt vooral glastuinbouw voor, afgewisseld door open velden. Door het gebied stromen verschillende beken, zoals de Molenbeek en de Gaesbeek (ook wel Soersbeek genoemd). Ook het Landgoed Schoneborg en de aan de Maalbeek gelegen Maalbekermolen liggen in het gebied.

You cannot copy content of this page