Venloos

Het Venloos wordt tot de Limburgse dialecten gerekend, omdat de plaats in Nederlands Limburg ligt. Op hoofdkenmerken is het Limburgse karakter ook duidelijk. Toch onderscheidt dit dialect zich van de zuidelijker in Limburg gesproken dialecten. Het Venloos hoort niet bij de Midden-Limburgse dialecten, maar is ook geen Noord-Limburgs, dat immers tot het Zuid-Gelders gerekend moet worden. Het vormt een overgangsdialect met zowel Limburgse als Oud-Gelderse kenmerken. Als stadsdialect neemt het daarbij een eigen positie in.

Blericks

Het Blericks is een nagenoeg verdwenen Oost-Limburgs overgangsdialect, dat gesproken werd in de dorpen Blerick (van oudsher Maas-Blerick geheten), Boekend en Hout-Blerick. Tot aan de Tweede Wereldoorlog bleef het Blericks nagenoeg onaangetast, maar door de annexatie van Blerick met de gemeente Venlo in 1940 werd het nagenoeg volledig verdrongen door het Venloos, door de zich in de Blerickse nieuwbouwwijken vestigende Venlonaren. Alleen in de (toen samen met Blerick ingelijfde) dorpen Hout-Blerick en Boekend is het Blericks nog te horen.

Tegels

Het Tegels wordt veelal beschouwd als het eerste echt Limburgse dialect aan de oostzijde van de Maas. Het Venloos wordt als stadsdialect veelal als een overgangsdialect naar de afzonderlijke subgroep Noord-Limburgs gezien. Ondanks de relatief korte afstand tot Venlo zijn de verschillen tussen het Tegels en Venloos opvallend groot, zo lopen 2 belangrijke isoglossen tussen Venlo en Tegelen door; de Uerdinger linie en de Panningerlinie Zo spreekt men in Venlo van ik, ouk en straot terwijl men in Tegelen van ich, ouch en sjtraot spreekt. Dit komt doordat Tegelen bijna 500 jaar bij het graafschap en later hertogdom Gulik hoorde, terwijl Venlo Gelders was. Pas in 1817 kwam Tegelen bij Nederland , in ruil voor Herzogenrath.

 

Geef een reactie