Willem van Oranje
Willem van Oranje, ook bekend onder zijn bijnaam Willem de Zwijger, in Nederland tegenwoordig ook Vader des Vaderlands genoemd, was aanvankelijk stadhouder voor de koning van Spanje doch later de initiator opstandelingenleider van de Opstand (voorheen de Tachtigjarige Oorlog geheten) tegen de landsheer van de Spaanse Nederlanden, Filips II.
In juni 1559, na het sluiten van de Vrede van Cateau-Cambrésis, zou Willem van Oranje nog een ontmoeting hebben gehad met de Franse koning. In zijn Apologie uit 1580, toen hij vogelvrij was verklaard door Filips, kwam Willem op deze ontmoeting terug. De Franse koning zou hem mededelingen hebben gedaan over het gezamenlijke plan van de katholieke vorsten Hendrik en Filips om door middel van inquisitie, vervolging, tirannie en plakkaten deze ketterij in Frankrijk en in de Nederlanden uit te roeien. Willem van Oranje geeft in zijn Apologie aan dat naar aanleiding van dit gesprek zijn weerstand en verzet tegen Filips zouden zijn ontstaan.
De Raad van State voelde zich als regeringscollege amper serieus genomen. Op 18 januari 1565 bracht een gezant de wens van de Raad van State, die inhield dat er om een andere vorm van politiek bedrijven werd gevraagd, over aan Filips II. In de beruchte Bireven uit het bos van Segovia wees Filips het verzoek van de Raad van State radicaal af. De plakkaten werden zelfs verscherpt, mede naar aanleiding van de besluiten van het Concilie van Trente dat de protestanten vervloekte in 126 ‘anathema’s’. Bovendien moesten de belastingmaatregelen zo nodig met geweld worden ingevoerd. De centralisatie van de besluitvorming werd doorgedrukt. Het conflict tussen Filips en prins Willem was een feit en de Tachtigjarige Oorlog was begonnen. Op 25 december 1565 werd het Verbond der Edelen opgericht. Willem wachtte de komst van Alva echter niet af. Hij vluchtte in april 1567 met zijn gezin naar Duitsland, waarna markies Maximiliaan de Hénin-Liétard op 17 juni 1567 benoemd werd tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht en deze Willems functie als stadhouder dus overnam. Margaretha van Parma, vanaf 1559 landvoogdes, trad af uit protest tegen Alva, die haar betrekkelijk verzoeningsgezinde beleid doorkruiste. Alva werd benoemd als haar opvolger. De laaste jaren van zijn leven waren voor de prins moeilijk. In 1579 kwam Alexander Farnese, een zoon van Margaretha van Parma en later hertog van Parma, als landvoogd naar de Nederlanden. De hertog van Parma was een geduchte tegenstander, die door militaire en politieke behendigheid het zuiden grotendeels voor de koning wist te behouden. In augustus 1579 ontsnapte Willem tijdens de slag om Baasrode, bij Antwerpen, tenauwernood aan gevangenneming door Spaanse troepen. Op 15 maart 1580 tekende de koning een vogelvrijverklaring van de Prins van Oranje. De prins verdedigde zich hiertegen in zijn Apologie. De Staten gaven op 17 december 1581 toestemming de Apologie te laten drukken en uit te geven.
Op Willems initiatief werd de Franse kroonprins, de hertog van Anjou, naar de Nederlanden gehaald. Hij zou als een soort boegbeeld de soevereiniteit op zich moeten nemen, met als bedoeld effect dat Frankrijk een bondgenoot zou worden tegen de gemeenschappelijke vijand Spanje. Dit liep uit op een heftige competentiestrijd tussen de hertog van Anjou en de Staten-Generaal, die de feitelijke macht wilden blijven uitoefenen. Op 5 juli 1581 droegen de Staten van Holland en Zeeland de Hoge Overheid opnieuw op aan de prins van Oranje. Op 26 juli 1581 zwoeren de Staten-Generaal Filips II formeel af als koning in het Plakkaat van Verlanghe; tot dan toe ging de Opstand in wezen om niet meer dan herstel van traditionele vrijheden en privileges van de provincies. Dit plakkaat is een van de geboortepapieren van de Nederlandse natie.
Na Willems vogelvrijverklaring werden er verschillende aanslagen op het leven van de prins gepleegd. Op 18 maart 1582 pleegde Jean Jaureguy in Antwerpen een mislukte aanslag. Op 5 mei 1582 overleed Charlotte de Bourbon die hem ten koste van haar eigen gezondheid verpleegd had.W