De voormalige Drukkerij Wolters-Van Wylick is een monumentaal pand aan de Grote Kerkstraat, in de wijk Rosariumbuurt.
In beginsel was dit het eigenlijke weeshuis, maar wordt in de volksmond Drukkerij Wolters-Van Wylick genoemd, naar de laatste eigenaar van het pand. Het naastgelegen pand dat het Ald Weishoès wordt genoemd was eigenlijk een stadsschool, die later, in de 19e eeuw, een Latijnse school herbergde. Eigenlijk zijn beide namen dus verkeerd. Om verwarring te voorkomen, worden beide panden aangeduid met de huidige namen.
Door een eerdere schenking van de hof Swenhof te Lobberich in 1577 van het echtpaar Johan de Verwer en Anna Ingenhuys en uiteindelijk hun extra geld in 1588 kon later het pand aan de Grote Kerkstraat als weeshuis worden gebouwd. Het behoorde tot het parochiaat van de tegenovergelegen Sint-Martinuskerk. Het pand bestaat uit vier voorheen aparte woonhuizen, die rond 1600 aan elkaar werden gekoppeld. Bij die koppeling wordt de gehele voorgevel vervangen door een doorlopende gevel. De achterliggende huizen zijn verder intact gebleven. In de 17e eeuw was dit een van de belangrijkste gebouwen in de Venlose binnenstad. Rond 1820 werd het complete pand grondig gerenoveerd. De gevelsteen met het jaartal 1820 wijst dus op deze renovatie, en niet op de daadwerkelijke oprichting van het gebouw. Een verdere aanwijzing van de ouderdom van het gebouw komt van de balken en kapspanten, die meer dan 500 jaar oud zijn. De naastgelegen Latijnse school werd volgens Henri Uyttenbroeck in 1865 verkocht aan het weeshuis. Dat is waarschijnlijk de basis voor de verwarring van beide panden.
In 1814 werden alle gasthuizen gecentraliseerd in één instantie, de Burgerlijke Godshuizen. Dit betekent dat onder andere ook het Sint-Jacobsgasthuis, waar bejaarden werden verzorgd, onder deze nieuwe instantie viel. Deze bejaarden werden overgebracht naar het weeshuis, waardoor het vanaf 1820 niet alleen wees-, maar ook bejaardenhuis werd. In 1922 werd het pand door Johannes Kayser uitgebreid met een nieuwe vleugel. Daarnaast restaureerde hij de voorgevel en herbouwde hij de naastgelegen kosterswoning. Dit alles kwam in 1925 gereed. In 1935 werd, wederom naar tekeningen van Johannes Kayser, aan de achterzijde van het pand een nieuwe kapel gebouwd.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het pand flink beschadigd; na aflooop van de oorlog werd het pand slechts gedeeltelijk opgeknapt. De in 1856 uit Tilburg afkomstige Zuster van de Liefde, die tot die tijd de school bestierden, trokken in 1960 uit het pand om het in de jaren 50 voor hen gebouwde Zusters van de Liefdeklooster aan de Mgr. Zwijssenstraat te betrekken.
Toen de zusters in 1960 uit het pand wegtrokken, werd het overgenomen door de drukkerij Wolters-Van Wylick. In die jaren wordt het een en ander nog aangebouwd, zodat een gedeeltelijke verbinding met de aan de Lomstraat gelegen boekhandel Wolters wordt gecreëerd. Sinds de jaren 90 staat het pand leeg. Van het door de drukkerij verbouwde pand zijn de meeste achterbouwen gesloopt en resteert alleen nog het eigenlijke pand en de eerder genoemde kapel.
De voorgevel is een zogeheten lijstgevel met een breedte van acht traveeën, twee verdiepingen hoog. De acht traveeën bestaan, op de begane grond, uit twee deuren en zes vensters. Deze vensters hebben vroeg-19e eeuwse houten ramen. De rechterdeur geeft toegang tot de vroegere kosterswoning. Deze is tot circa 1960 gescheiden geweest van de rest van het pand en lag tot die tijd iets terug van de weg. De scheiding is nog duidelijk herkenbaar door een verticale bouwnaad in de voorgevel. De andere deur is gedateerd 1920-1930. De gevel wordt afgedekt door een brede, uit 1820 stammende daklijst. In de tweede en zevende travee elk een dakkapel met een zadeldakje.
Aan de noordzijde van het pand ligt beneden het maaiveld een tweetal laat-middeleeuwse kelders, haaks op de Grote Kerkstraat. Aan de zuidzijde van het pand, eveneens haaks op de Grote Kerkstraat, een derde kelder. De muren van de meest noordelijke kelder zijn opgetrokken uit baksteen, de andere noordelijke kelder heeft uit mergel opgetrokken muren. Beide hebben de vorm van een tongewelf.
De kapel beslaat de gehele hoogte aan de achterzijde van het pand, parallel met de straat. In feite was het dus bereikbaar via de kosterswoning. Op de begane grond bestaat het uit een rechthoekige kapelruimte met een versmald koor aan de noordzijde. Aan de zuidzijde een oksaal op de eerste verdieping, voorzien van een houten balustrade. De overspanning is in zijn geheel opgetrokken uit hout.
Momenteel wordt het gehele pand gerenoveerd. Aan de achterzijde verrijst moderne nieuwbouw, die niet vanaf de straatzijde te zien zal zijn. Beiden zullen moderne stadswoningen herbergen. Het monumentale gedeelte krijgt de naam Vennelo, naar de vroegmiddeleeuwse naam van de stad. De nieuwbouw krijgt de naam La Belle Alliance, genoemd naar de vroegere brouwerij aan de Lomstraat.
Zie ook:
Status: Rijksmonument