Nu aan het laden
×

Op het jubeltij van den herder Schacks

Op het jubeltij van den herder Schacks

Onderstaand gedicht is van Dr. Michaël Smiets en komt uit een bundel uit 1887. De gedichten zijn verzameld en gebundeld door A.H.M. Ruyten, leraar te Rolduc. Het gedicht gaat over de installatie van Pastoor Pieter Jan Schacks te Blerick.

Op het jubeltij van den herder Schacks.
te Blerick bij Venlo gevierd

Op heur heldren golvenspiegel
Stoeit de Maas met zacht gewiegel
En met stoomend scheepsgebrom,
Zwarte rokken, bonte kleeden,
Slingerend om frische leden,
Naar het strand van Blaricom.

Op zijn draaiende ijzren vleugels
Ijlt het stoompaard zonder teugels
Langs de baan van Veluas;
En op zijn grauwen manen
Voert het vrome karavanen,
Of het hier een beêvaart was.

Pedibus apostolorum
Tijgen anderen, vol decorum,
Pad en laan en veldweg door,
Met den lachkuil op den wangen,
En bezielt van ‘t zoetst verlangen,
‘t Feest van den Pastoor.

Vaandels hangen hier te wuiven,
Dartlend in de lucht als duiven;
Kransen slingren door elkaar;
Eertropees staan rond te prallen;
En daar hoor ik buskruit knallen….
‘t is, ja, of het kermis waar.

Meer dan kermis. Hoor dat luiden!
Zie die knapen! Kijk die bruiden!
Hoor die klanken van het feest!
Luister naar die zoete akkoorden,
En zeg mij, of gij hun woorden,
Zonder traan in de oogen, leest?

Meer dan kermis. In den tempel
Zie ik siersels, van den drempel
Tot aan ‘t tabernakelkoor.
Englen zaamlen er de beden,
Die parochianen heden
Slaken voor hun heer Pastoor.

Meer dan kermis. Wat gewemel
Daagt er aan den starrenhemel
Voor mijn half verbijsterd oog?
O! Daar zie ik zeven Englen
Zeven kleuren samen menglen
Tot een wondren regenboog!

Met oranje kleur geschreven,
Maalt een Engel, vol van leven,
Eine schoone letter S:
Scientia, die, vol begeeren,
Zich naar ‘t zonnelicht blijft keeren,
Is des Hemels dienares.

Rood als bloed, maar lief als rozen
Zie ‘k de letter C daar blozen
Aan het hemels firmament:
Charitas, zoo heet het teeken
Van de liefde, nooit bezweken
Als ze eens is in ‘t hart geprent

In een kleur iets minder prachtig,
Maar in ‘t werken even machtig,
Prijkt een H, in ‘t violet:
‘t is de werelddeugd op aarde
‘t is de Humanitas, die waarde,
Aan de christen deugden zet.

Och! Wat staat daarnaast geschreven?
Purperrrooskleur zie ik zweven
In den vorm der letter A:
Amor Dei straalt mij tegen:
‘t Is des Hemels mildste zegen,
‘t is de parel der Genâ

Geel als het vuur van vlammenstralen
Gaat de letter C weer pralen
In den heldren deugdenglans:
Cura animarum, klinkt het;
Groote zielen-ijver blinkt het
Teeken aan den hemeltrans.

K staat in het groen te pralen
Wie zal ‘t zinbeeld ons vertalen?
Kyrië-eleïson!
‘t is ‘t gebed van liefderijk harte,
Dat een troost zoekt in de smarte,
Waar ‘t de menschheid helpen kon.

Bij de zes komt nog een zeven:
De Engel zette eene S er neven
In vergeet-mij-nietjes blauw:
Sanclitas, zoo heet die gave,
Die den ondermaanschen brave
Frisch maakt als den uchtenduw.

Zeeven Englen aan ‘t penseelen!
Wat beduiden die tafreelen?
O! Daar breekt de zonnen door!….
En daar straalt ze op al die tinten….
‘t kerspel leest op zeven printen
S-C-H-A-C-K-S, den naam van zijn Pastoor.

Zon der zonnen! Heer der Heeren!
Blijf de kleuren steeds vermeeren
Van dien lieven regenboog!
Blijf hem lang, nog lang beschijnen
Tot hij eens moet verdwijnen
In den Hemel, uit ons oog!

 

 

 

 

 

 

You cannot copy content of this page